Voorwoord

Door Ben van Cranenburgh
Neurowetenschapper

De afgelopen 30 jaren zijn muziek en cultuur op ongekende schaal afgebroken. Muziekscholen verdwijnen, orkesten worden opgeheven, muziek- en creatieve therapie in de zorg worden wegbezuinigd. Behandelingen van, en zorg voor patiënten (Parkinson, CVA, Alzheimer) zijn volledig “geldgestuurd” geworden. Muziek is een “product” dat op de vrije markt is gegooid. Veel musici zijn zzp-er geworden. Onze zogenaamde beschaving is blijkbaar gericht op financiële welvaart in plaats van op welzijn en kwaliteit van leven. De recente Corona-crisis laat pijnlijk zien hoe de zwakkeren (zieken en ouderen) en kwetsbaren (lage sociale klasse, zzp’ers) onevenredig sterk getroffen worden. De vraag is of wij trots moeten zijn op een maatschappij die dit soort zaken toelaat. Tot zover het slechte nieuws.

Gelukkig is er ook goed nieuws! Wetenschappelijk onderzoek heeft de laatste tijd overduidelijk aangetoond dat muziek een ingrijpende invloed heeft op mensen. Er is geen land of volk waar muziek en dans niet op een of andere manier een rol speelt. Van regendans tot kampvuurzingen, van Matthäus-passie tot songfestival. Muziek geeft troost in bange dagen, muziek maakt gelukkig, muziek stimuleert taal en beweging.

Bij actief muziek maken worden in het brein neurale netwerken ingezet waarbij knooppunten geactiveerd worden en nieuwe en unieke verbindingen kunnen ontstaan, bijv. tussen de gehoorschors en de motorische schors (zgn. audio-motoriek). De getrainde knooppunten en nieuwe verbindingen kunnen dan weer ingezet worden bij andere taken. Ziedaar de invloed van muziek: de Parkinsonpatiënt kan niet spontaan lopen, maar loopt uitstekend op marsmuziek of danst de Engelse wals! Zo ook kan muziek een positieve invloed hebben op de motorische en cognitieve ontwikkeling. Iedere school behoort daarom muzieklessen aan te bieden.

Moeten wij patiënten wel volstoppen met zware medicamenten wanneer we weten dat muziek de motoriek kan verbeteren, pijn kan stillen en de alertheid kan bevorderen? Op dit moment kruipen muziek en zorg weer naar elkaar toe: muziek- en cultuurcentra bieden muzieklessen, schilderen, dans en zingen, ook voor ouderen en patiënten (CVA, Parkinson, Alzheimer), en tegelijk zien we dat diverse zorgcentra muziek en dans in huis halen. Binnen de fysiotherapie begint men zich te realiseren dat dansen wel eens veel effectiever zou kunnen zijn dan trainen op een loopband of hometrainer.

Het vakgebied van de muziekagogie maakt zich sterk voor gebruik van muziek in de zorg. Niet alleen in verpleeghuizen, maar ook in ziekenhuizen, in de psychiatrie, voor verstandelijk gehandicapten en vluchtelingen. Yolanda Hulscher geeft in haar boek een heldere beschrijving van het vakgebied. De leek die dit boek leest zal versteld staan van de vele mogelijkheden die muziek biedt. Het boek schetst uitvoerig de randvoorwaarden die nodig zijn om muziekagogie een plek in de zorg te geven. De vele interessante praktijkvoorbeelden laten overduidelijk zien dat muziek niet gemist kan worden in de zorg. Het boek moet daarom gelezen worden door:

  • Behandelteams: de dokter realiseert zich dat er alternatieven voor pillen zijn, de fysio- en ergotherapeut kunnen muziek en dans inzetten, de logopedist kan via muziek taaluitingen faciliteren, verpleging en verzorging kunnen muziek inbouwen in een therapeutisch milieu;
  • Managers: lees dit boek en heroverweeg de verdeling van gelden en inspanningen over de verschillende disciplines en afdelingen;
  • Overheid en verzekeraars: moeten zich realiseren dat de gunstige effecten van muziek bewezen zijn (evidence). Dit moet verwerkt worden in een eerlijk vergoedingensysteem.

Het boek van Yolanda Hulscher breekt een lans voor de herintreding van muziek in de zorg.
Lees dit boek en ijver mee voor deze goede zaak!

Ben van Cranenburgh

Neurowetenschapper en musicus Ben van Cranenburgh is oprichter van het Instituut voor toegepaste neurowetenschappen (stichting ITON, Haarlem). 

Het ITON biedt een opleiding neurorevalidatie en diverse andere postacademiale scholingen op het gebied van neurowetenschappen, chronische pijn en motorisch leren. 

Van Cranenburgh houdt zich, wat deze onderwerpen betreft, intensief bezig met het overbruggen van de (te grote) kloof tussen de neurowetenschappen en de praktijk.

Zijn inzichten zijn vastgelegd in diverse publicaties, o.a. de reeks leerboeken ‘Toegepaste Neurowetenschappen’, bestaande uit de titels Neurowetenschappen, Neuropsychologie, Neurorevalidatie en Pijn. Hij schreef tevens boeken voor een breder publiek, o.a. Pijn, waarom? en Muziek en Brein.

Reacties zijn gesloten.